|
De Dijk reikt steeds verder
09 april 1997 - Nieuwe Revu
De Dijk bestaat ruim vijftien jaar. De Stand Van De Maan is hun tiende album en maakt duidelijk dat voor De Dijk het laatste kwartier nog lang niet Huub van der Lubbe over De Oude Beurs is aangebroken. in Middenmeer, over Siciliaanse jaren en de vergankelijkheid der dingen.
De nieuwe CD van De Dijk heet De Stand Van De Maan. Wat heb jij met de maan? In oude interviews had je het er ook al over. Ik denk nooit na over de maan. Alleen vroeger, toen ik nog klein was.
Van der Lubbe: "Ik nog steeds. Het titelnummer gaat over de vergankelijkheid van de dingen. Het heelal boven ons zal er nooit meer zo staan. Ik zie de maan veel. Onderweg in de auto, na afloop van een optreden. mag ik altijd voorin zitten, want de rest van de band valt maar in slaap en Jántien, onze manager, kan geen slapende mensen naast zich velen als ze rijdt. Er zijn in de rock 'n' roll natuurlijk veel nummers waar de maan in voorkomt. Blue Moon, Marvelous Moon Dance."
Wanneer heb je de tekst van dat nummer geschreven?
'Vorig voorjaar. April, mei, zo tegen de zomer aan. Het was volle maan en een volkomen wolkeloze hemel. We hadden een geweldig optreden gehad in het Noorderligt, in Tilburg. Dan maakt een soort magie zich toch duidelijk, vind ik. Het zit erop voor het weekend muziekje aan, de jongens achterin zitten nog te bomen. Dan kan je heel gelukkig worden met alles wat er op dat moment is. En je zit op de best denkbare plek. Op weg naar huis. Waar je graag komt. Maar waarschijnlijk gaan we eerst nog even wat drinken als er wat open is. Thuis zit ik dan nog een paar uurtjes alleen. Glaasje wijn, m'n dagboek. Schrijf ik alles op. Ook over de maan, hoe mooi die stond. Van die keer is net die ene regel overgebleven: 'Bij deze stand van de maan.' Als je beseft dat alles eenmalig is, kun je je nog gelukkiger maken door dat soort momenten met beide handen aan te grijpen. Alert te zijn op het leven, daar waar het zich voordoet, in plaats van zeven dagen per week voor de televisie te hangen. Ik weet nog: we reden over een bruggetje en parallel aan de weg liep een spoorbaan met zo'n gietijzeren leuning. De maan stond daarachter, dus dat gaf een repeterend lichteffect in de auto. Dat heb ik getekend toen ik thuis was. Pas na een maand heb ik de uiteindelijke tekst ingeleverd bij de jongens. Ik wil geen half affe dingen inleveren. Stel je voor, dan hebben ze er geweldige muziek voor gemaakt. Een hit! En dan hoef jij alleen nog maar die twee coupletten erbij te verzinnen. Maar die zijn er dan niet."
Je levert de tekst in bij de jongens. En dan?
"Nou, dan zitten we weer in de auto en dan zegt één van die jongens: 'Ik heb een bandje.' Dan luisteren we naar zijn demoversie bij de tekst en dan hebben we het daarover. En dan zegt iemand anders: 'Ik heb ook nog een bandje.' En dan hoor je hetzelfde nummer nog een keer. Maar dan anders.'
Als ik jou zo hoor praten over die tekst, zou je denken: dat wordt een romantische ballad. Maar dat blijkt het dus helemaal niet geworden te zijn. "De eerste versie was geloof ik van Hans, de bassist. En die had gelijk al stevig de sokken erin. Ik weet niet meer of we het daar al eerder over gehad hadden: deze tekst vraagt om een ballad-vorm, maar dat moet het per se niet worden. Maanziek, oké, maar dan wel met veel opwinding erbij. De Stand Van De Maan is geschreven in een rustig gevoel, maar wel met het idee dat je flink hard moet leven, het leven moet omarmen."
Bijna op een wanhopige manier?'
Misschien wel. Als je alles zou moeten doen en moeten geloven wat ze je allemaal proberen wijs te maken. daar kan je weleens wanhopig van raken. Dan is het helemaal zaak om heel secuur uit te kiezen waar de momenten liggen die werkelijk voor jou van belang zijn."
Daar gaat dat nummer over?
'Dat weet ik niet. Deze gedachten komen nu boven. Ja, ik leer hier ook van. Dit is misschien de filosofie erachter. De tekst zelf is concreter.'
Wat is het refrein geworden?
"Grijp het aan, grijp het aan. dit moment, grijp het aan, laat je gaan, laat je gaan, laat die sterren daar niet staan, grijp het aan, grijp het aan, dit moment. grijp het aan. bij deze stand van de maan.' Als je dat hebt. denk je na over het decor van het liedje. De luisteraar moet het stripverhaal kunnen volgen."
Wat is de eerste regel?
"Het allermooiste komt onverwacht."
Zijn er ook nummers die je later zijn gaan tegenstaan?
'Ik weet het van één nummer. Dat kwam ook omdat ik er pas later de tekst bij moest verzinnen. Er was alleen een refreintje: 'Het voelt als slow motion, het voelt als slow motion.' Dat had de toenmalige platenmaatschappij gehoord en die vond dat daar een ijzersterke tweede single inzat, na Bloedend Hart. Ze hadden al een studio geboekt. Ik heb de tekst toen echt bij elkaar moeten sprokkelen. Daar ben ik aardig uitgekomen, vind ik zelf, maar ik heb daar wel een fout in gemaakt. De coupletten zijn in de tegenwoordige tijd, dan komt er een deel in de verleden tijd en dan gaat het in het derde couplet weer terug naar de tegenwoordige tijd. Toen het al uitgebracht was, en een half hitje, dacht ik: shit, dat kan helemaal niet. Niemand had het gemerkt, maar ik had er al genoeg hekel aan gekregen om het niet meer te willen spelen."
Van wie is uiteindelijk de muziek geworden van De Stand Van De Maan?
'Van Hans, de bassist. Het kan zijn dat de coupletten van Nico zijn, de gitarist. We hebben voor deze CD meer samen aan de nummers geschreven dan voor De Blauwe Schuit. Antonie, de drummer, heeft het arrangement nog hectischer gemaakt, nog springeriger. Afgezien van het ritme dat de hele tijd in de bas doorloopt. speelt geen enkel instrument, de gitaar niet, de toetsen niet, de blazers. echte partijen. Het zijn eerder uithalen."
De Blauwe Schuit, jullie vorige CD, was de best verkochte van De Dijk tot nu toe: 130.000 exemplaren. Was dat een heel groot verschil met de vorige albums?
" Zeven Levens zat daarvoor, die verkocht een stuk minder, iets van 40.000. Maar daarvoor zat weer de live-plaat en daar zijn er dik 100.000 van verkocht. Van Niemand In De Stad zijn er inmiddels ook 100.000 verkocht. Van Wakker In Een Vreemde Wereld 50.000."
Hebben jullie nog gesteld: dat en dat willen. We anders dan De Blauwe Schuit?
'Je luistert helemaal niet terug, van: dat hebben we goed gedaan, dat niet. We werken niet van plaat tot plaat. Er gebeurt nooit iets schokkends bij ons. We zijn al vijftien jaar bij elkaar. Als een CD af is, denk je gewoon weer aan het maken van nieuwe nummers."
Wanneer hebben jullie het nummer De Stand Van De Maan voor het eerst live gespeeld?
'Pas afgelopen dinsdag. Het was zo ingewikkeld, door die springerigheid, dat we het nog niet eerder live aandurfden. Dan gaat het krakkemikkig klinken en dat is gevaarlijk want dan kun je er een hekel aan krijgen. Ik ben wat dat betreft veel te gretig. Mij kan het ook niet zo gek veel schelen als het dan een beetje mislukt. Maar met name Antonie is daar heel secuur in."
Waarom proberen jullie de meeste nummers eerst uit voor je ze opneemt?
Waar het meestal in zit, is dat je het goede gevoel voor de groove te pakken moet zien te krijgen. Groove is hoe iedereen zich door het nummer heen rolt. Hoe je lijf zou moeten voelen als je het speelt. In eerste instantie is dat een individuele kwestie. maar dat mag het niet blijven. In de repetitie kun je nog op je stoel zitten en denken dat je het eens bent. Maar het gaat erom hoe je je houdt op het moment dat het ertoe doet, live. Ik zing makkelijker live dan in de studio. Dan weet je voor wie je het doet. Dat brengt mij verder. Desnoods verzin ik dan weer dat ik die mensen voor me zie. In de feesttent in Varseveld of in De Oude Beurs in Middenmeer."
Waar was de eerste live-uitvoering van De Stand Van De Maan?
'Dat was de try out in De Oude Beurs in Middenmeer. Een geweldige zaal. Noord-Holland. Lekker groot podium. Kunnen 1800 mensen in. Daar spelen we twee keer per jaar. Altijd hartstikke vol. Een geweldige uitbater, Roel. Zo zijn er weinig.'
Waar in de set zat De Stand Van De Maan? "Op tweederde. Hij zit mooi strategisch. Na Dansen Op De Vulkaan. Dan verandert het toneelbeeld van een beetje pluche rood en zwart in een gigantisch blauw achterdoek. Dan zie je alleen silhouetten. Over de volgorde van de nummers kun je heel lang delibereren. De muzikanten zeggen: 'Dat kan niet achter elkaar, twee nummers in A.' En Antonie, de drummer, zal zeggen: 'Dat is allebei medium tempo. 'Alles is waar en niet waar. Ik kijk naar het verhaal dat zo'n avond vertelt. Een van de jongens van de band had als volgorde: Dansen Op De Vulkaan, De Stand Van De Maan en daarna Als Ze Er Niet Is. Dat laatste nummer is een ballad. Onze grootse hit. Maar dat kon ik in mijn verhaal op die plek niet gebruiken. In De Stand Van De Maan zeg je eigenlijk niet zoveel anders als in Dansen Op De Vulkaan. Dansen Op De Vulkaan is nog de uitnodiging aan je meisje: laten we dansen op de vulkaan. Misschien zegt ze wel: 'Nou nee, geen zin in.' Dan begin je het volgende nummer met: 'Het allermooiste komt onverwacht.' En: 'Grijp het aan, grijp het aan.' De muziek van De Stand Van De Maan gaat zo dat het wel duidelijk is: aan het einde van het nummer gaat ze mee. Dan vind ik niet dat je kunt vervolgen met Als Ze Er Niet Is. Je zit dan op een moment in het verhaal dat er nog iets gevierd moet worden. Nu gaat het optreden door met Wanhoop Niet, ook van de laatste CD. Een leuke bijkomstigheid van die paar optredens die je doet voordat de plaat uitkomt, is dat de mensen nog niet alle teksten meezingen. Op de dag dat de plaat in de winkel ligt, kennen ze hem al uit hun hoofd. Dan staan ze echt tegen elkaar op te bieden. Overigens zie je dat ook bij nummers die ze nog niet kunnen kennen, omdat we die voor het eerst spelen. Dan zie je de echt stoeren doodleuk net doen alsof ze mee kunnen zingen, voor hun vrienden of vriendinnen.'
Wat hoor je van de fans over je teksten?
'Het wordt nooit zo gauw heel specifiek. Meer van: goed joh. Bij sommige liedjes wel. Zoals bij Nergens Goed Voor. dat heb ik wel vaak gehoord van jongens: 'Hoe wist je dat? Gaat over mij!' In het buitenland worden we veel gedraaid door mensen uit Nederland. Die nemen dan een bandje mee. Dan zitten ze midden in de Sahel. Daar krijgen we wel eens een brief over. Dat het weer eventjes was alsof ze weer helemaal thuis waren.'
Is er ook een De Dijk Website?
"Ja. Daarop zitten ook allemaal mensen in het buitenland die op Internet reageren. Ik vermoed dat daar heel wat au pair-meisjes tussen zitten. Maar dat staat er dan net niet bij."
Er zijn natuurlijk ook veel mensen die elkaar door De Dijk leerden kennen. 'Huwelijken, geboortes. Daar horen we natuurlijk wel van. Krijg je een kaartje met de jong geborene in een De Dijk T-shirt. Of trouwkaartjes met stukken uit teksten erop als motto. Geweldig. Dan sturen we een mooie kaart terug.'
Vroeger ging je in een band om meisjes te versieren. Dat is nu natuurlijk wel veranderd bij jou. 'Zeker in het begin speel je in bandjes omdat het je te gek lijkt om muziek te maken. Bovendien: de eerste tien jaar kun je de meisjes ook wel vergeten. Want dan moeten die spullen na afloop de bus in en die bus rijdt maar achtig en dan moet je nog 250 kilometer. Er is niet eens tijd voor meisjes. En die meisjes zijn er ook helemaal niet, want die weten wel heel wat betere bandjes. Als het voor de meisjes is, kun je beter een kaartje kopen en in de zaal gaan staan, de jongens op het toneel het werk laten doen en vervolgens zeggen: 'Schatje, wil je iets drinken? Zal ik je naar huis brengen?' Maar misschien ga je wel in een band omdat het je op die manier niet lukt een meisje te krijgen."
Je wordt liever zelf aangesproken. Dat is ook weer waar.'
Meisjes zijn daar toch handiger in. 'Vrouwen zijn in alle opzichten handiger. Ik geloof dat we het eens zijn wat dat betreft."
Er staan nauwelijks nog liefdesliedjes op de nieuwe CD. Op De Blauwe Schuit waren dat er ook nog maar twee. "Is waar. Het zij zo. Het is een van de hoofdonderwerpen van de rock 'n' roll. Toen ik een dochter kreeg. bijna tien jaar geleden, heb ik daar wel even mee geworsteld. Dat ik opeens dacht: shit. kan ik nu nog wel rock 'n' roll schrijven? Ik hecht wel aan geloofwaardigheid. Waar moet ik het nu nog over hebben? Maar dat lost zich vanzelf allemaal op.'
Het publiek dat naar de concerten komt, heeft zich zeker wel verjongd.
'Ja, dat is over het algemeen van vijftien tot dertig gebleven. Dat is geweldig natuurlijk. Het is wel hetzelfde soort mensen.'
Niet al te modieus zeker. 'Nee. Een beetje zoals jij en ik. Gewone jongens, gewone meiden.'
Zijn er ook gebieden in Nederland waar jullie nauwelijks komen?
'We spelen weinig in Limburg. Die hebben hun eigen Rowwen Hèze. We spelen nog weleens op een festival, samen met hen. Hartstikke leuk."
Jullie maken deel uit van een Amsterdamse scene. Het gekke is dat je daar zelden iets over leest. Zoals het vroeger telkens ging over de Haagse beat, dat was echt een begrip. En Groningen. Maar jullie en The Scene, Tröekener Keeks, Claw Boys Claw, dat is toch allemaal net zo goed ouwe jongens krentenbrood?
'Ja, maar niemand schrijft dat op. Ik weet niet hoe dat komt. Ik denk daar wel eens over na. Het is altijd toch van: jemig, wat een vertakkingen. Iedereen heeft hier in Amsterdam met iedereen gespeeld."
Heb je in de tijd van de new wave, waarin men druk in de weer was met elektronica en Nederlandstalig absoluut not done was, wel eens het gevoel gehad dat anderen op je neerkeken?
'Wat anderen van je denken, dat kan me niet zoveel schelen. Ik vind het helemaal niet erg om voor joker te staan. Zo ben ik begonnen in de muziek. Ik heb me nooit goed gevonden. Ik kan nu een klein beetje gitaar spelen, na al die jaren. Drie, vier akkoorden. Ik had ook niet dat talent. Dus als ze zeiden: 'Je kan het niet,' dan hadden ze groot gelijk. Maar ik dacht altijd: ja, maar ik kan wel iets anders, en dat kan jij niet, snotneus. Op een podium staan. De mensen het gevoel geven dat je er voor hen bent.'
Dat heeft ook met acteren te maken. 'Zeker. En je moet het leuk vinden. Dat is de kern. Ten overstaan van 1500 mensen: laat maar zien. Ervan genieten. Je kunt wel tegen iemand zeggen: 'Als je zingt, kijk dan iemand aan.' Maar als hij of zij dat vervolgens doet met een geweldig bange blik in de ogen, dan werkt het niet."
Heb je voorbeelden gehad?
"O, ja. Mannen waarvan je leert door te kijken. Ik heb heel veel van Herman Brood geleerd. Die vindt het fijn om daar te staan, dat kun je zien. In de tijd van Street en Shpritsz ging ik daar vaak naar kijken. Met een groep vrienden voeren we met de boot naar Zaan dam als hij daar speelde. Daar kon je van leren. Lekker gaan staan. Hij had een mooie mengeling tussen dat hij het allemaal voor de mensen deed en tegelijk alleen voor zichzelf."
Je hebt de mimiek van Joe Coeker. "De handen. Ik weet nog wel dat With A Little Help For My Friends op de televisie was, die eerste single van hem. Zo moest het. Ja hoor. De luchtgitaar. Zeker, wat er met mijn handen gebeurt, dat komt allemaal door Joe Coeker. Ik krijg het ook niet meer weg. Het helpt bij mij om die woorden eruit te krijgen. Ik heb ook heel veel geleerd van het spelen met The Big Shot And His Rocking Guns. Dat was een rock 'n' rollbandje. Van '80 tot '83 opereerde dat naast De Dijk. We hadden toen nog wat avonden over. Het begon ermee dat ik in een coffeeshop een videotape had gezien van Elvis in z'n beginjaren. Dat vond ik zo geweldig. Terwijl De Dijk een beetje grotere band was, in ieder geval niet één die nog in kroegen terecht kon, kon dat met The Big Shot wel. Dan speelden we in De Prins. op de Prinsengracht, of Maloe Melo, daar is het alle maal begonnen. In de bovenzaal van het Odeon hadden we altijd mooie concerten. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd. Ik had van Elvis afgekeken dat je net moest doen alsof je een boerenpummel bent. Dan kreeg die weer zijn 80.000ste gouden plaat: 'Gee man. thankyou. sir. appreciatie it, sir, thankyou very much!"
De rol van de dumbo. 'Ja. Voor bandjes in Amsterdam is het een groot dilemma; hoe benader je dat publiek dat alles al gezien heeft. 'Jij wilt hier komen spelen? 0?' Nou, alles wat je dan zegt, is al bijna fout. 'Wij zijn die en die en we komen uit Delft.' Delft? Vergeet het maar. Uit Koedijk? Fout. Wat kun je wel zeggen? Rotterdam? Wij waren een zogenaamde Siciliaanse band, ik was een Amerikaan die in een pizzeriatent in Hamburg een klap op in kop had gehad en toen wakker werd en een rock 'n' roll-band wilde beginnen. Ik praatte een beetje Amerikaans. Op de geïmponeerde en verlegen manier: 'Gee... Well. We're The Big Shot And His Rocking Guns, we try to play for you tonight, we do our very best.'Toen stonden ze allemaal van: wat krijgen we nou? En dan spelen. Tjak! Na afloop van het eerste nummer werd er dus wel geklapt. Tegen die tijd hadden ze de lol ook wel door, dan kon je geen fout meer doen.' Je moet iets low key hebben. 'Dat geldt in ieder geval voor muzikanten als ik. Kijk, als je vreselijk goed bent, dan kun je je zelfs permitteren om daar maling aan te hebben. Ik bedoel, dat herinner ik me van een concert van Frank Zappa in Ahoy in Rotterdam. Ik hield daar wel van. Magistrale, orkestrale, strakke concerten. Je zult 't weleens gezien hebben." Ik heb ze allemaal gezien. 'Nou. Na vijf kwartier geniaal gepiep zette hij z'n gitaar neer, ging op een stoel voor z'n versterker zitten, stak een sigaretje op en zat twintig minuten naar z'n eigen muziek te luisteren. Ja, dat is natuurlijk tergend op een bepaalde manier. Niemand behalve Frank Zappa kon je zoiets vergeven. Nou, dat bedoel ik te zeggen."
Maar dat was wel allemaal theater. 'Een bandje an sich, of ze dat nu willen of niet, is al in hoge mate theater. Een gitarist die zo verlegen is dat ie achter z'n eigen haren staat te spelen, dat brengt alleen maar een ander soort theater met zich mee dan een gitarist die al na een halve minuut op z'n knieën ligt. En het heeft altijd een werking als de overgang van het ene naar het andere nummer een halve minuut duurt. Dat ze het er eerst nog over moeten hebben. Het publiek is niet gek. Net als met licht. Je zal nooit iemand horen: te gek licht. Als je dat hoort, zijn ze naar een moderne show geweest waar je de lampen zag draaien. Of dan was er een laser. Is allemaal te koop of te huur. Zo specifiek wordt het meestal niet waargenomen. Maar het heeft wel een werking. En dat voelt het publiek aan."
Geschreven door: Joost Niemoller
| |