|
De Dijk:
23 mei 1997 - KU Nijmegen
Zonder hoogdravende idealen of opgeblazen pretenties, gewoon muziek maken van en voor de gewone man. En elke avond weer enthousiast, alsof het de allereerste keer is. Dat is het streven van Huub van der Lubbe en zijn groep De Dijk. "Het gaat om de ontroering van de luisteraar."
Bewondering moet je voor Huub van der Lubbe zeker hebben. Ga er maar eens aan staan als 44-jarige. Avond aan avond jezelf weer oppeppen voor opnieuw een concert in een uitverkochte zaal. Wederom diezelfde liedjes zingen, refreinen die hartstochtelijk worden meegebruld. De meisjes van vijftien, de moeders van achter in de dertig, de stoere bierdrinkers, die ene gevoelige student die het bundeltje Melkboer met de blues in de kast heeft staan. En dan is er nog de journalist, de scribent die eigenlijk helemaal niet van De Dijk houdt. Maar er toch niet omheen kan dat 'deze poldervariant op Southside Johnny & The Ashbury Jukes' zich met recht mag verheugen in een massale populariteit.
"Kijk", legt Van der Lubbe uit, "ik moet die nummers iedere avond zo spelen alsof het publiek ze nog nooit gehoord heeft. En misschien lukt het ons nog een keer om een nummer dat iedereen uit volle borst meezingt, zo te spelen dat iedereen er stil van wordt." Saai vindt de zanger het allerminst. "Die happenings in de zalen zou ik voor geen goud willen missen. We proberen nog beter te spelen dan de laatste keer dat de mensen ons gezien hebben." Dat lijkt lastig, want hoe blijf je een uitverkocht huis dat zich al bij voorbaat instelt op een onvergetelijke avond een stapje voor? "Ja, de marges worden steeds kleiner. Maar het kan nog altijd. Het kan altijd nog net een tikkeltje indringender, subtieler of dynamischer. Dwingender en swingender. Of heftiger. Het is aan ons om dat te proberen."
| |
|
|