|
Dijk-zanger Huub van der Lubbe op pad met literair programma
10 november 1999 - Dagblad Tubantia
‘Anderen moeten maar uitmaken of het poëzie is’
De Dijk houdt een sabbatical year. Maar stilzitten is er voor zanger Huub van der Lubbe niet bij. Met zijn dichtvrienden Jan Robijns (piano) en Bart de Ruiter (bas) doet hij een tour langs de theaters op literaire grondslag onder de titel Huub van der Lubbe Dicht & Zingt. ‘Anderen moeten maar uitmaken of het poëzie is.
Huub van der Lubbe is behalve zanger van De Dijk natuurlijk ook gewoon een dichter. Zelf had hij dat al heel wat jaren in de gaten. Hij schreef toch ook al die liedjes van deze popgroep? Toch moest er een jaar of vijftien noeste Dijk-arbeid verstrijken voordat ook de literaire wereld voor hem het sein op veilig zette. Het keurmerk ‘O.K’ kreeg hij pas op zijn voorhoofd gestempeld toen eind ‘95 zijn boek Melkboer Met De Blues verscheen, waarin veel teksten waren opgenomen die allang op Dijkplaten stonden. ‘Eigenlijk was het vreemd dat het zolang moest duren voordat ik in die hoek serieus werd genomen. Maar kennelijk moeten teksten eerst worden afgedrukt in een boek voordat men erin gelooft. Er waren er al negen platen van De Dijk en niemand uit literaire kringen had zich gemeld. En het boek is nog niet uit of ik kreeg aanvragen om te komen voorlezen. Dat is voor mij het bewijs dat de liedkunst en de dichtkunst twee heel gescheiden werelden zijn, niet geneigd om naar elkaar te luisteren. Ik vind het daarom zo eigenaardig omdat men kennelijk nog steeds niet door heeft dat degenen die er in deze tijd voor kiezen om zanger te worden in een popgroep om eigen teksten te gaan zingen, dezelfde mensen zijn die pakweg vijftig jaar geleden dichter werden. Honderd jaar terug waren het de dichters die meningen en gevoelens vertolkten. Dat zijn ze nog steeds wel, maar voor een heel beperkte kring. Voor de meesten gaat het nu toch om gevoelens zoals Thomas Acda en Paul de Munnick ze verwoorden.’
Het kan bijna niemand zijn ontgaan: de razend populaire popgroep De Dijk is bezig aan een zogenaamd ‘sabbatical year’. In januari komen de mannen van De Dijk weer bij elkaar voor repetities, maar tot die tijd hebben ze even geen Dijk-activiteiten aan hun respectievelijke hoofden. Maar stilzitten is er in elk geval voor Huub van der Lubbe niet bij. De theatertour ‘Huub van der Lubbe Dicht & Zingt’ komt althans aardig in de buurt van werken. ‘Je dacht toch niet dat ik een jaar op mijn rug zou gaan liggen? Die tour is eigenlijk de schuld van het Enschedese theater Concordia. Die hadden al eens contact met me opgenomen voor een Lucebert-project. Dat werd niets. Maar dit voorjaar werk ik opnieuw gebeld. Ze hadden een programma in het kader van de boekenweek. En er waren twee ziekmeldingen. Of ik misschien wat over kon nemen.’ Hij overlegde met kameraden Jan Robijns en Bart de Ruiter. Mannen met wie hij al jaren een wekelijkse kroegafspraak onderhoudt. ‘Sinds begin dit jaar hebben we met z’n drieën een dichtersclubje. We komen elke dinsdagavond bij elkaar om de wederwaardigheden van de afgelopen week door te nemen in dichtvorm. Dat is zo’n beetje basismateriaal van de voorstelling. En omdat de vraag van Concordia kwam, noemen we ons formatie Concordia.’
Geweldig, vindt hij, in kleine zalen spelen met zijn twee dichtvrienden. Jan Robijns en Bart de Ruiter zullen hem op respectievelijk piano en contrabas ondersteunen om zoals hij zelf formuleert het muzikaal een beetje draaglijk te houden. ‘Ik neem wel een gitaar mee. Maar als gitarist bak ik er niets van. Al heb ik wel geoefend.’ Hij heeft er zelfs een akkoord bijgeleerd, vertelt hij. Z’n vierde alweer. ‘Ik heb achttien jaar ontzettend genoten van dat publiek van De Dijk. En als we volgend jaar verder gaan, ga ik weer genieten. Maar een ander publiek is ook weleens leuk. Ik verwacht bij deze tour andere mensen dan De Dijk-fans. Ik heb ook bewust geen interview in de OOR en er is geen nieuwe plaat. Het is gewoon even over een andere boeg. Weleens prettig publiek dat zit te luisteren in plaats van dat ze staan te schreeuwen en uit hun dak te gaan.’
Poëzie heeft hem altijd al bij de strot gehad. ‘Marsman vond ik altijd prachtig, die grootse toon. En Bloem natuurlijk met zijn Hollandse gezeur. Slauerhoff met zijn anti-Hollandse gekanker vind ik geweldig. Een van de weinige Nederlandse dichters die echt over de grens kijkt. En voor mij is Gerrit Komrij een van de grootste nog levende dichters.’ Met wie hij zich verwant voelt? Hij zou het mooi vinden als hij ergens tussen Slauerhoff en Ivo de Wijs inzat. ‘De thematiek van Slauerhoff en het grote vakmanschap van Ivo de Wijs. Maar of het poëzie is wat ik schrijf, moeten anderen maar uitmaken. Al moet ik zeggen dat bij wat ik op literatuurfestivals hoor weleens moet denken: als dat dan poëzie mag heten, dan doe ik het nou ook zo slecht weer niet.’
Geschreven door: Ton Ouwehand
| |
|
|