|
Bellen met Huub van der Lubbe
06 november 1999 - Volkskrant
020 –
Huub van der Lubbe (46) zanger van De Dijk, gaat tijdens het sabbatical year van zijn band het theater in. Hij draagt gedichten voor en zingt, begeleid door Jan Robijns (piano) en Bart de Ruiter (contrabas). Ze noemen zichzelf Formatie Concordia, en zijn van 7 november tot en met 31 januari op tournee.
Was het niet je bedoeling een jaar niks te doen? Lekker uitslapen?
Daar moet je toch niet aan denken, een jaar uitslapen?’
Ik weet niet wat voor hectisch leven jij hebt geleid.
‘Het was wel hectisch, maar dat was omdat ik daarvan hou. En dan is een jaar lang uitslapen wel een erg forse straf. Nee, op een gegeven moment weet je het wel, hé.’
Met De Dijk. Achttien jaar, toch?
‘Ja. Dat sabbatical year gaf gelegenheid andere dingen te doen, al had ik nog niet zo’n idee wat. Dit theatertoertje is per ongeluk ontstaan. Dit voorjaar werd ik voor een lezing gevraagd in Den Haag. Een leuke avond. Ik vertelde dingen, ik speelde een moppie gitaar, en ik las gedichten voor. Ellen van Heijningen had het georganiseerd en die vroeg of ik ook een paar avonden op de Parade wilde staan, waarop ik zei: ‘ Ik zal het aan mijn vrienden vragen’.Jan Robijns en Bart de Ruiter. ‘Ja, dat zijn allround muzikanten. We treffen elkaar elke dinsdagavond in een cafeetje in Amsterdam en dan vertellen we elkaar de belevenissen van de afgelopen week. Dat doen we sinds jaar en dag.’
Therapie?
‘Nee dat is gewoon gezellig. We zijn dikke vrienden. Begin dit jaar spraken we af: als we elkaar weer treffen, vertellen we alles op rijm. Toen hadden we dus iedere dinsdag dichtersavond.’
Waarom in dichtvorm?
‘Het was inspirerend om te doen, we waren er de hele week mee bezig: wat zal ik de jongens vertellen? Nou, tegen de tijd dat het verzoek van Ellen kwam, afgelopen zomer, dachten we: we hebben wel wat materiaal. Er zijn nog wat oude liedjes waar ik nooit wat mee heb gedaan, aangevuld met gedichten van de dinsdagavond. Na de Parade bleek er zelfs belangstelling van theaters te zijn. Ik ben heel benieuwd.’
In het persbericht voor deze tournee staat: ‘Een heel jaar niet optreden is wel erg veel gevraagd.’ Is dat zo? Begon het weer te jeuken?
‘Nee, het is me ontzettend meegevallen. Ik was wel nieuwsgierig: jemig, straks voel ik me nutteloos, ik wil weer spelen, waar is mijn band? Maar nee, dat heb ik totaal niet gehad.’
Dat zinnetje in het persbericht impliceert dat je niet zonder optreden kunt.
‘Het is wel een beetje waar, want ik ga weer beginnen.’ Ik las ergens: ‘Als ik een tijdje niet speel, slaat de hypochondrie toe.’ ‘Dat heb ik minstens twee jaar geleden gezegd.’
In 1996. Maar was dat nu niet het geval?
‘Nee. Ik ben gestopt met roken, twee jaar geleden, en dat heeft van alles met me gedaan.’
Ik hoorde je net wel hoesten.
‘Ik zit in de opname voor een film, De Keerzijde, die door de AVRO wordt uitgezonden. De zomeropnames doen ze in oktober, dus daar word je verkouden van.’
Maar wat heeft het stoppen met roken met je gedaan?
‘Daar ben ik een stuk gelukkiger van geworden. Ik zat iedere avond te vloeken op mezelf: wat ben ik toch een lúl, ik ga dood aan longkanker. Hoe moet het dan met mijn meisjes.
Je hebt dochters?
‘Ik heb een vrouw en een dochter.’
Wat lief, je meisjes.
‘De gedichten gaan nu ook allemaal, tot vervelens toe, over mijn geluk. Dit jaar is wat mij betreft een jaar van zegeningen tellen. Als het allemaal maar doorgaat: drie, vier keer per week optreden, interviews, fotosessies, het is noodzakelijk, zonder dat krijg je niet zo’n band als De Dijk, op de rails, maar het geeft wel een bepaalde gestrestheid. Dan is het lekker om eventjes de deur dicht te doen.’
Je hebt niet overwogen om De Dijk definitief op te doeken?
‘Nee, waarom? Dat is een ander effect van dit jaar, dat je merkt: allemachtig, wat hebben wij een goeie band.’
De andere bandleden zijn ook met allerlei dingen begonnen: een cd met Bennie Jolink, een bijdrage aan de Rembrandt 2000 tentoonstelling. ‘Ik vind het geweldig dat dat er nu uitkomt. Ieders reactie is ook hetzelfde: wat kunnen we van deze ervaringen gebruiken als we weer samen zijn met De Dijk? In januari beginnen we met reperteren en nummers maken.’
Ben je trouwens familie van Marinus?
‘Nee. Ik kreeg wel het verzoek iets te doen op de slotmanifestatie van het Marinus van der Lubbe-jaar. Daar heb ik drie gedichten over hem voorgelezen.’
Heb je wel weer zin in De Dijk?
‘Ja, ja, maar er gebeurt nog zo veel in de tussentijd.’
Het klinkt of je er nog niet aan wilt denken.
‘Nee, wil ik ook niet. Ik ben nog niet zover
Geschreven door: Greta Riemersma
| |
|
|
Als jij het niet meer weet
