|
En toch...
06 september 2008 - Leidsch Dagblad
De Dijk: Brussel (Universal)
In je sterkste punt zit ook je grootste valkuil, zeggen coaches wel eens. Zo kan een prettige vorm van herkenbaarheid plotsklaps omslaan in voorspelbaarheid. En dat is deels het geval op 'Brussel', het veertiende studioalbum van De Dijk. Neem opener 'Heel andere wereld'. Sterk soulintro, fijne blazers, goed refrein, en toch...
Toch heb je het sterke gevoel dit al tientallen keren te hebben gehoord van het Amsterdamse achttal. En dat geldt voor meer dan de helft van deze cd. De meeste liedjes zijn vanaf het begin invulbaar door de luisteraar en dus niet goed genoeg om naar te blijven verlangen.
Er is een te klein aantal uitzonderingen op deze regel. Van ’Het moet en het zal’ slaat de damp af, niet in de laatste plaats door de gastbijdrage van de Amerikaanse soulgigant Solomon Burke. ’Alsmaar steeds zo’ en de rocker ’Niet de lijnen maar de bocht’ wiegen lekker en ’Spoken en fantomen’ bevat een muzikale spanning.
Hét grote lichtpunt staat evenwel op de vier liedjes lange bonus-cd: ’Ik heb je in mijn hoofd gehaald’. Huub van der Lubbe op z’n best, in zang en tekst. Slechts begeleid door een akoestische gitaar ontpopt hij zich hier als de Nederlandse Leonard Cohen. Prachtig! Méér, méér van dit!
Geschreven door: Fred Hoogendoorn
| |