homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



Huub van der Lubbe
09 november 2000 - Volkskrant

Deze week verschijnt De Zevende Hemel, de twaalfde cd van De Dijk in bijna twintig jaar. Zanger/tekstschrijver Huub van der Lubbe krijgt haast. "Ik wil het nu meemaken, het kan zo afgelopen zijn".

Huub van der Lubbe (47), zanger en dichter: "Vanochtend vroeg liep ik met mijn dochter op straat in Amsterdam Oud-west, stak er een jongen zijn hand op en riep met een grote grijns op zijn gezicht: "Huub, helemaal tof, geweldig dat jullie weer gaan spelen". Ik zei: "Vriend, bedankt". Helemaal niet gek hoor, om zo je dag te
beginnen.
'Ik weet zeker dat het weer gaat lukken. Dat de magie er weer is. Al voor de vakantie hebben we gespeeld en toen merkte ik al dat het goed zat. Meer nog dan we dachten was het fris van de lever. Die frisheid is er zeker ingekomen omdat we er een jaar tussenuit zijn geweest. Dat konden we ons permitteren na achttien jaar. Ons publiek loopt niet weg. We hebben veel krediet opgebouwd, dat weet ik gewoon, Ik weet inmiddels hoe het met populariteit werkt. Het gaat in cycli van zeven jaar. Eerst zeven jaar keihard werken en spelen wat je kunt. Dan ontstaat er landelijk zoiets van: verdomd, ja, De Dijk, weleens van gehoord. Dan duurt het nog zeven jaar voordat je een van de bands bent. Als je het daarna nog volhoudt kom je bij ons in de buurt. Dan kent iedereen je wel zo'n beetje.

'De Dijk blijft De Dijk. Maar ik kan me wel voorstellen wat we ons meer uitstapjes gunnen, na de ervaringen van afgelopen jaar. Met akoestische gitaar, met steelgitaar. We zijn wat minder puriteins geworden en minder zuiver op de graat. Zo van: dit kan wel volgens De Dijk en dat kan niet. Het was goed om ons even te realiseren: De Dijk, dat zijn wij toch. Dus mogen wij het zeggen. Zo zijn we nu een beetje af van de Amerikaanse rock 'n roll- en soulkant. Het wordt meer en meer onze stijl, Europeser. En uiteindelijk zullen we vast eindigen als een Noord-Hollands bandje. Over veertig jaar zijn wij dan de bejaarden die op de braderie de muziek verzorgen. En dan hebben we eindelijk helemaal de toon te pakken, haha. Want
het is allemaal nog proberen wat we doen.
'Ik was benieuwd naar wat er zou gebeuren als ik een jaar niks zou hoeven te doen. Nou, ik ben voornamelijk gaan dichten. En daar heb ik uiteindelijk ook mee opgetreden. Ik vond het helemaal te gek. Een andere setting, niet in een poptent, maar in theaters. Geen mensen die door elkaar lopen, bier halen, nee: zitten, kop houden. En ik op het toneel met Jan Robijns op piano en Bart de Ruiter op contrabas, ons dichtclubje. Dat was het en het was helemaal op. 'Ik ben anders gaan schrijven. Ik maak me veel minder druk en daar winnen teksten mee. Dat komt door die dichtavonden. Vaak had ik nog drie uur en wilde ik toch nog iets nieuws schrijven. Je hebt er dan zo'n pret van als het binnen die tijd lukt. En je schrijft dingen op waarvan je anders zou zeggen: ik weet het niet. De volgende dag ben je blij dat je het hebt laten staan. Daar heb ik nu een beetje aan vastgehouden, aan die werkwijze; gewoon sneller werken, niet dat eindeloze gepiel, durven vertrouwen. Soms heeft een liedje het ook nodig dat het klinkt alsof het je net te binnen schiet.

'De drang naar het podium, dat zat wel een beetje in de familie. Mijn ouders zate bij het Rooms Katholiek Amsterdams Toneelgezelschap. Als mijn vader op het podium stond, werd hij een andere man; frivoler, makkelijker. Zo was hij mijn ideale vader. Ik dacht: toneel doet dus kennelijk iets goed met je. 'Toen ik vijf was heb ik een halfjaar in het ziekenhuis gelegen. Ik had jeugdreuma. Ik kon niet meer op mijn benen staan, ik zakte zo in elkaar. In dat ziekenhuisbed ben ik, bij gebrek aan concrete dingen, gaan fantaseren. Dat ik een geweldig voetballer was, dat ik paus wilde worden, of Toon Hermans. Op die manier gebruikte ik die periode als een soort voorbereiding op een grootse toekomst. Zo van: ik weet het, het stelt nu nog niks voor, maar wacht maar, het komt, het
komt…."
'Toen ik terugkwam uit het ziekenhuis voelde ik me anders. Ik snapte er een tijdje helemaal niets niks van. Eenmaal thuis stond er bovenaan de trap een jongen met een plastic ridderpak in de houding op met te wachten. Ik dacht: wie is dat? Het was Hans, mijn oudste broer. Hij had inmiddels een ridderpak gekregen en een bril. Ik herkende hem niet. Toen merkte ik: er zijn allerlei dingen gebeurd en ik lig op een achterstand. Mijn grootste zorg was: Jezus, ik doe helemaal niet mee. We waren met zes kinderen thuis, dus je moest toch al je best doen om eruit te springen. En na die ziekenhuisperiode dacht ik: als ik ergens voor moet zorgen is
dat ze weten dat ik er ben en dat ik meedoe.
'Ik wilde heel graag de melkboer helpen. Ik voelde dat je als hulpje van de melkboer serieus werd genomen. Op te beginnen door de melkboer zelf. Die liet zich niet door zomaar iedereen helpen. Dan stonden we ergens boven op drie hoog en riep ik naar beneden:" We hebben een fles Rotator nodig". Dat was dubbel gestoomde melk, daar zat zo'n pilsdop op. Ik vond het meesterlijk om dat voor de melkboer te doen en dat ie daar ook zichtbaar blij mee was. Op het einde van de dag kreeg ik zomaar een dubbeltje, of een stuiver. Da was niet eens nodig geweest. Wel wilde ik me opwerken. Ik wilde zelf ook wel melkboer worden.
Vandaar die latere titel: Melkboer met de blues.
'Mijn leidraad werd: als je een beetje pienter bent kun je nog best aardig uit de voeten komen, ook als sta je op achterstand. Ik ontwikkelde al snel een soort boerenhandigheid. In de kerk kon je als misdienaar ontsnappen uit de banken, je hoefde niet meer te bidden en je stond tegelijkertijd een beetje in de schijnwerpers. Zingen in het koor, dat trok me ook wel, maar dan konden de mensen je niet zien. Met mijn vader ging ik van jongsaf mee om bij het kerkkoor te zitten als hij moest zingen. Van hem leerde ik: achter de schermen, op het
podium, daar moet je zijn.
'Later, in Krommenie, werden wij de beatband in de kerk. Directe oorzaak van onze oprichting: The George Baker Selection. Zij waren de beatband, maar hun hit in Amerika, Little Green Bag, werd onze doorbraak in de Sint Petruskerk in Krommenie. De pastoor zat opeens zonder. Wij zijn in dat gat gesprongen. Toen waren we een band.

'Je zult een keer met de billen bloot moeten. Ik wilde weliswaar beroemd worden, maar ik was er een meester in om de dingen naar de toekomst te verleggen. Het was helemaal niet erg dat ik op mijn twintigste nog niet beroemd was. Welnee: ik had toch nog een heel leven voor me. Zo dacht ik eigenlijk altijd, vanaf die ziekenhuisperiode. Toch zul je er een keer aan moeten geloven. Toen ik onze eerste cd aan het inzingen was dacht ik: Jezus, iedereen weet straks alles van me. Dan loop ik over straat en zeggen mensen: "He, daar heb je die gozer van De Dijk". Nou, vergeet het maar. Het duurt zeven jaar en dan weten de mensen nog
maar een fractie. Het begrip 'met je billen bloot' is dus niet absoluut.
'Met de platen Wakker in een vreemde wereld en met Niemand in de stad, na zeven, acht jaar, braken we definitief door. Toen waren we er echt. Waar we al zo lang aan werkten en op hoopten, was gelukt. Een geweldige periode. Maar Niemand in de stad was voor mij ook een breekpunt. In mijn denken over muziek en over mijn rol als zanger van een rock 'n' rollband. Ik had net een huis betrokken, met mijn vrouw, weg van de boot waar ik heel lang op gewoond had.En we kregen een dochter. Ik vroeg me af: ben ik nog wel rock 'n' roll genoeg. Een klassieke vraag voor een muzikant. Mijn antwoord was gaandeweg: wat stelt die rock 'n' roll dan eigenlijk clichématige eisen. Je moet kennelijk met zwarte puntschoenen, een grote kuif, een gescheurde spijkerbroek een zwartleren jack rondlopen. En je bent ongetrouwd, altijd achter de vrouwen aan en je hebt geen kinderen - althans, niet van je eigen vrouw. Voor mezelf heb ik toen het besluit genomen: oké, dan ben ik maar niet meer rock 'n' roll, maar ben ik nog wel een zanger. Dan heb ik het gewoon over de nieuwe dingen die op mijn pad komen. 'Het was even zoeken naar de nieuwe toon. Het schelden en vloeken, het verongelijkte, het zo arm als de luizen zijn, tja, dat ging niet meer op. Op een gegeven moment gaat het goed met je bandje en je verdient er ook nog geld mee. Dan wordt het een ander verhaal. Al is dat nog altijd je eigen keuze. Ook met een heleboel geld op zak kun je nog steeds rebelse liedjes maken. Of ene zwerver zijn, in je hoofd tenminste. Bob Dylan doet het nog steeds zo. Zijn Never ending world tour is zijn artistieke antwoord op dit probleem. En hij heeft groot gelijk. Hij onttrekt zich aan alle flauwekul die hij kennelijk niet tot de essentie van de muziek rekent. Van Morrison doet het net zo. Ik heb daar bewondering voor, maar ik heb een andere persoonlijkheid. Ik ben niet extreem, ik ben ook niet het type ster. Prince, dat is een ster. Iemand met een totaal eigen kijk en eigen genialiteit. Iedereen die zegt zich te kunnen identificeren met Prince is bijna een leugenaar. Ik ben een tegenpool van Prince. Iedereen kan zich wel in mij herkennen. Vrouwen en mannen. Een kennis van me, Cas Woudstra, de regisseur, zei:"Je bent het ideale projectievat voor alle soorten mannen". Daar kan ik me wel iets bij voorstellen. En voor ene zanger is dat ook niet vervelend. Van mij mag iedereen
het gevoel hebben dat ie mij kent.
'Het gaat bij ons om puurheid, om gevoel. Het is waar,dat zijn gedevalueerde begrippen. Het is ontdekt als product. Door de reclame. En ook tv-programma's kunnen niet meer zonder tranen. Ze hebben altijd wel een blokje pure emotie. Daar zit dan een productieteam achter, er wordt gezocht naar iemand die de tranen hoog heeft zitten. Het is volstrekt vernept. Daarmee pleit ik er niet voor om het maar af te schaffen. We laten ons dat niet afnemen omdat er zoveel nep op de markt gebracht wordt. Pure emoties zijn er nog steeds. En zeer goed te herkennen. Gewoon doorgaan dus. Het zoeken, het wachten is steeds op het moment van: nu doet het me wat. En doet het een ander wat. Dat is zo
waardevol.
'De bedoeling van een tekst is mij vaak achteraf gebleken. Je weet nooit wanneer van Nooit Genoeg kan ik niet meer spelen zonder aan de bombardementen op Irak te denken. Dat nummer werkt een theorietje uit, maar op welke specifieke gebeurtenis het sloeg wist ik niet toen we het inzongen. Ik weet nog: we hadden een goeie take, even voor twaalven 's avonds en iemand zei: zullen we effe pauzeren om naar het nieuws te kijken, Ik wilde nog een take, meteen erachteraan. Die was nog beter. Toen dacht ik: dit kan hem worden. Nog net op tijd zetten we het nieuws aan en hoorden we:" Zojuist heeft Amerika Irak de oorlog verklaard." Die spanning hing al een hele tijd in de lucht en ik dacht
meteen: nou, hier ging het dus over.
'Ik kijk er niet van op dat mijn thema's veranderen. En grappig en logisch dat mijn teksten vaker gaan over de aloude thema's die mannen en vrouwen van mijn leeftijd bezighouden. Ik kijk terug: was dat het, en ik kijk vooruit: wat komt er nog? Het gaat meer over vergankelijkheid en twijfel. Een nummer als Wat je zoekt, op onze nieuwe cd, bijvoorbeeld. Met dank aan Slauerhoff:

Zoals de scheepsarts met de pest in
Zwalkend op de oceaan
Dichtend tracht te achterhalen
Waarom hij ooit is weggegaan
Zo zeil ik met heel mijn handeltje
In twijfels door de bocht
Wat je zoekt is niet te vinden

'Vroeger kon ik zeggen: die kant moeten we op. En dan ook met het idee: als we dat nou allemaal doen, dan komt het goed, dan is de slechte kant opgeheven. Nu zie ik dat het veel ingewikkelder is. Je loopt ergens achteraan wat je nooit zult vinden, maar als je je ogen, oren en hart openhoudt doe je tegelijk andere ontdekkingen waar je niet eens naar op zoek was. En dan blijkt het daar om te gaan.

'Ik zoek het in mijn teksten dichter bij huis, ja. Dat is ook om niet wanhopig te worden. Ik heb niet meer de illusie dat ik iets aan het wereldleed kan doen. Er zijn minder en minder antwoorden. Tegelijkertijd schaam ik me voor die machteloosheid. Maar wie durft zich nog wel uit te spreken? Wie heeft het nog over een betere wereld, over solidariteit? Het communisme als tegenwicht is weggevallen en ik zie het er niet beter op worden. We hebben een monster gecreëerd met een eigen dynamiek. Noem het de economie, noem het de aandelengekte, het bankwezen of internet. Als individu heb je in ieder geval geen enkele mogelijkheid meer tot controle. Ik bedoel: de eerste de beste directeur van een multinational die zegt: "Jongens, we gaan het heel anders doen, we gaan het nobel doen, we gaan stoppen met het verontreinigen van Nigeria", na een half uur zit hij nog op zijn post en dan is ie gewipt door de aandeelhoudersvergadering. Terwijl die aandeelhouders als individu aangesproken misschien ook zullen zeggen:
"Ja, natuurlijk, het milieu".
Maar ja, wat moet je hiermee in een tekst. Ik probeer het wel, maar in de praktijk blijkt het liefdeslied toch het allerbeste. Het is moeilijk, een politieke tekst. Je wilt niet meer staan blèren van: zij zijn fout. Maar wil je er iets meer mee doen, dan is een liedje gewoon te krap. Dan krijg je van die enorme lappen tekst, zoals in Melkboer met de blues en Dansen op de vulkaan.

'Op De Zeven Hemel staat het nummer Lachen van het huilen. Dat heb ik driekwart jaar geleden geschreven op een dag dat het wat minder ging. Ik had een toptijd, ik zat midden in ons sabbatical year, het ging hartstikke lekker en toen had ik opeens een rotdag. Ik dacht: nu gaat het mis, het komt nooit meer goed, ik heb mijn kruit verschoten, de koek is op. Ik ben tamelijk fataal in mijn denken. Toen heb ik in korte tijd die tekst geschreven en de volgende dag was het al weer helemaal te gek, En dan heb je wel zo'n tekstje. Het ging een hele tijd goed en toen brak opeens weer de pleuris uit. Daar had ik toen al wel een tekst
over.
'Mijn vrouw,Teuntje, werd weer ziek. Ze heeft kanker, al een paar keer gehad. Het gaat nu wel goed. Nou ja, goed, dat tekent natuurlijk ook wel hoe je ervoer gaat denken, Ja, shit. Het was een jaar helemaal te gek gegaan. Met mij ook. Ik kon doen wat ik wilde, ik kon lekker zitten dichten, we traden op in theaters in het land en ik dacht: heerlijk, met dit gevoel weer met De Dijk beginnen. Nou, we hebben geloof ik een week gerepeteerd en toen kwam dat bericht. Dan wordt alles weer anders. Het moest allemaal interessant, te gek zijn, opnieuw met De Dijk spelen, maar ik liep er maar een beetje mijn schouders over op te halen. Maar ja, dan is het wel een bedrijf. Afspraken waren gemaakt, de machine was al op gang.

'De jongens van kantoor hebben me uit de wind gehouden. En met het maken van de plaat werd ik ook zoveel mogelijk ontzien. Maar op een gegeven moment was er toch een breekpunt. Toen zei Antonie, de drummer, die de plaat produceerde: "Ik wil geen plaat maken zonder Huub". Zo van: dat alles er al opstaat en dat ik dan nog even langs zou komen om de noodzakelijkste teksten in te zingen. We wilden het uitstellen tot na de vakantie, maar ja, na de vakantie stond alles al volgeboekt, dus zou er geen tijd zijn. Dan zou de plaat pas over anderhalf jaar kunnen komen. Dat is ongeveer hetzelfde als zeggen: het is wel over met De Dijk. Goed, dat waren allemaal behoorlijk gewichtige beslissingen die
me geen bal interesseerden op dat moment.
'Uiteindelijk hebben we afgewacht hoe Teuntje zou reageren op de eerste chemokuur. Die heeft ze vrij goed doorstaan, dus toen kon het allemaal door gaan. Teuntje is erg sterk. Ze voelt zich nu ook wat beter. Dus is er in ieder geval weer perspectief, er is licht. Ik kan nog geen praatjes verkopen dat het allemaal te gek is, maar ik kan hier wel zitten zonder het gevoel te hebben dat ik vreselijk zit te
faken.
'Het titelnummer, Zevende Hemel, draagt de sporen van deze periode. Het absolutisme is weg, er is het gegroeide inzicht van: het is allebei, het is leven en dood. Zevende Hemel is ook zo'n nummer waarvan ik denk: daarvoor hebben we al twintig jaar deze band. Dat we opeens dat nummer konden maken, in een keer.
Het is ook in een keer opgenomen.
'Het leven is gecompliceerder geworden. Tot nu toe is het steeds zo gegaan: Teuntje werd ziek en we waren allebei helemaal van ons stuk. En steeds was het netto-resultaat dat je nog beter weet waarom je van elkaar houdt. Dan is zo'n gebeurtenis op een bepaalde manier ook een zegen. Hoe idioot ook, van ziekte kun je leren. Het maakt je blijer met de dingen die wel oké zijn, je bent minder gauw ontevreden. Terwijl je nog meer en meer zoekt naar wat echt is. Ik heb geen tijd meer voor gelul. Of voor onzin. Het gaat me steeds meer om het zijn op dit moment. Ik wil een aantal dingen niet meer naar de toekomst verleggen, zoals vroeger. Zo van: we wachten wel met de cd. Nee, ik krijg een beetje haast. Ik wil het nu meemaken, want ik merk dat het ook zo afgelopen kan zijn.

Geschreven door: Caspar Janssen


















Nwsbl. v/h Noorden
De Dijk geniet van elk optreden
ANP
De Dijk 20 jaar jarig
Eindhovens Dagblad
Kijkje in de werkkamer van zanger De Dijk
Wereldomroep
De Dijk heeft er weer zin in
BN/DeStem
Muziekfestival voor herhaling vatbaar
Zeeuwse Courant
De Dijk rockt als vanouds
Zwolse Courant
De Dijk. Hedon Zwolle, donderdag 22 juni 2001.
ANP
Zanger de Dijk speelt zombie in horrorfilm
BN/DeStem
DE DIJK wil communiceren
Haagsche Courant
De Dijk zinderende muzikaliteit
Eindhovens Dagblad
Geroezemoes verstoort gevoeligheid bij De Dijk
Parool
Harrie



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982