|
Eerlijk tijdsdocument van De Dijk
31 mei 1994 - Algemeen Dagblad
De Dijk: Live in Paradiso. Uitgebracht door Polygram Video. Prijs: ongeveer 40 gulden
HALVERWEGE de jaren tachtig was nederpop een soort toverwoord. In het kielzog van het enorm populaire Doe Maar behaalden veel popgroepen die in het Nederlands zongen het ene succes na het andere. Zalen vol met schreeuwende tieners waren het gevolg.
Ongeveer tien jaar later kun je nauwelijks meer spreken van een stroming. De hysterie is voorbij, maar in de tussentijd is de nederpop als stijlvorm de kinderschoenen ontgroeit. Tröckener Kecks, The Scene en De Dijk, drie groepen die al meer dan tien jaar bestaan, zijn nu de absolute toppers. Zij bewijzen keer op keer dat zingen in je moerstaal natuurlijk kan klinken, ook al maak je gebruik van de internationaal geldende rockwetten.
Thé Lau, zanger van The Scene, vergeleek de groepen ooit met de grote drie uit het cabaret: Wim Sonneveld, Wim Kan en Toon Hermans. Hij liet daarbij in het midden welke naam nu bij welke formatie hoorde. Tröckener Kecks kwam voort uit de punk en is daarmee de ruigste van de drie. The Scene lijkt de intellectueel van het trio, omdat Lau met zijn teksten het meest probeert buiten de gebaande paden te treden. En De Dijk? De Dijk haalde de soul en de rhythm & blues uit het Amerika van de jaren zestig en zeventig naar het Amsterdam van nu.
Hoe goed de groep daarin is geworden, blijkt uit de videoband Live in Paradiso. Vooral de teksten van de hand van zanger Huub van der Lubbe zijn erg sterk. “En wat draait ze met haar heupen en wat sluit haar truitje nauw. Deze stad is een veel te mooie vrouw”, zingt hij in Deze Stad. Van der Lubbe gaat tijdens deze concertregistratie zo op in zijn voordracht dat hij af en toe moeilijk is te verstaan. Het is dan ook goed dat alle teksten werden afgedrukt in een bij de video geleverd boekwerkje. Jammer alleen van de vele spelfouten.
Muziek en tekst vullen elkaar naadloos aan. Bij De Dijk is het geheel meer dan de som der delen, zoals het hoort bij soul en rhythm & blues. Drummer Antonie Broek valt nauwelijks op, maar met zijn functionele spel is hij de motor van de formatie. Ook gitarist Nico Arzbach beperkt zich doorgaans tot het essentiële, hoewel hij op een gegeven moment enkele fraaie duels met saxofonist Roland Brunt aangaat. Bezieling blijft eveneens belangrijk voor De Dijk. Want natuurlijk heb je ook nog Huub van der Lubbe, die tijdens concerten met zijn hele motoriek de muziek extra gewicht meegeeft. De twee concerten, tot een geheel gesmeed op de videoband, zijn sober gefilmd. Ook dat past bij De Dijk, een popgroep die altijd wars is geweest van glitter en glamour. Live in Paradiso is daarmee een eerlijk tijdsdocument geworden, met voldoende mooie beelden van het bloed, zweet en tranen waar de groep voor staat. Hoogtepunt is de uitvoering van Mag het licht uit, waarbij - een goed cliché telt soms voor twee - de zaallichten van Paradiso worden gedoofd. Dan heb je even het idee dat je er (weer) bij bent, op een van die twee avonden in Amsterdam.
Geschreven door: David Kleijwegt
| |