|
Aan de goedlopende motor van De Dijk is niet geprutst
15 maart 1997 - Onbekend
ZAANSTAD - 'Laat het vanavond gebeuren, laat het vanavond zo zijn' zingt De Dijk en het gaat opnieuw gebeuren. In Koog aan de Zaan loopt de groep zich warm voor de komende tournee en de verschijning van haar tiende cd 'De stand van de maan'. Het is de opvolger van 'De Blauwe Schuit’, die inmiddels in 130.000 cd-rekjes te vinden is. Ze gunden zich bijna drie jaar de tijd, maar de groep kan het zich permitteren. In De Waakzaamheid deint de vloer, plakken de haren en aan de deur hangt een vertrouwde mededeling: 'De Dijk uitverkocht!'
,,Soms voelt dat eng, want hoe reageer ik als het straks minder wordt, als de zaal half vol is?'' Gitarist Nico Arzbach kan het nog niet weten want de geschiedenis van De Dijk is het verhaal van een gedurig stijgende lijn. ,,In het begin waren we blij met een notering in de tipparade, daarna met optredens in grotere zalen en het gaat maar door.'' Arzbach is net klaar met de opnames van 'De stand van de maan'. Wellicht iets ruiger dan de voorgaande en tegelijkertijd verfijnder in de details, maar onmiskenbaar een Dijk-plaat. Liefhebbers weten wat ze kunnen verwachten, aan de goedlopende motor is niet geprutst. Het is een evenwichtige plaat en, afgezien van een toegevoegde viool en mandoline, een voortzetting zonder experimenten.
De Dijk maakt muziek voor hoofd en buik. Swingend, gevoelig, fel en voorzien van teksten waarin Huub van der Lubbe als een veerpontschipper pendelt tussen melancholie en vreugde, tussen hoop en twijfel, maar steevast aanlegt bij de liefde. Hij stopt de diepgang in de coupletten en de eenvoud in de refreinen. ,,Iedereen is er en ik zit erbij. Vrienden, vriendinnen, maar niet van mij. Al ben ik hier wel, toch tel ik niet mee. Niets is zo eenzaam als een stampvol café.''
In de zaal blijft vooral die laatste zin hangen en wordt snel opgepikt. De nieuwe nummers gaan naadloos over in klassiekers als ‘Niemand in de stad’, die hebben kunnen rijpen. De nieuwe single 'Laat het vanavond gebeuren' krijgt een stormachtig onthaal. Nico Arzbach: ,,Dat is een spetterend nummer, rauw en heftig. We hebben 'm veel live gespeeld. Eerst in een hoger tempo uit onzekerheid of ie wel leuk genoeg was, maar nu heeft het nummer zijn draai gevonden en knalt het er lekker uit.''
Het nummer is langzaam gegroeid door de werkwijze die de groep voor elk nieuwe plaat hanteert. Van der Lubbe schrijft de teksten, met deze keer als enige uitzondering het gedicht 'Voor de dag van morgen', van Hans Andreus. Omdat de tekst bij De Dijk altijd als uitgangspunt dient, klikte het tussen poëzie en muziek, al heeft de laatste regel een half jaar gekost.
Het procédé is als volgt. Thuis gaan de bandleden in hun studiootjes aan de slag. Arzbach: ,,Dat blijft vreselijk leuk. Met je gitaar op zoek naar een muzikaal antwoord op de tekst. Het begint meestal met een gitaarrif. Als ik iets gevonden heb, ga ik met mijn demo de concurrentie aan met de anderen en volgt soms de deceptie. Een kwartiertje en de basis voor 'Nu even niet' zat in mijn hoofd. Ik dacht als ze dit niet pikken zijn ze gek. De euforie als zo’n nummer onder onze handen verder groeit behoort tot de mooie momenten.’’
Komende donderdag wordt de cd officieel gepresenteerd en beginnen de optredens. In het boekingskantoor hangt de kaart met vlaggetjes in allerlei kleuren om te voorkomen dat men kort na elkaar in dezelfde buurt speelt. ,,Vervelen doet dat nooit. We zijn een echt bandje en ik heb dit vanaf mijn veertiende altijd gewild. Noem het romantiek, maar we reizen nog altijd met z'n allen in een oude zwarte Mercedes naar de optredens. Op de terugweg beluisteren we een tape van het optreden, in dat soort dingen geloven we. We zijn inmiddels aan onze tweede auto en de derde motor bezig. Daarnaast is het tourschema dat we hanteren goed vol te houden. Vier maanden spelen en twee maanden rust. Aan het eind van die gedwongen stilte heeft iedereen overal jeuk en worden we lastig voor onze omgeving.’’
'De Stand van de maan' van de Dijk ligt 24 maart in de winkels.
Geschreven door: Arjen van Ginkel
| |