|
Tiende optreden van De Dijk in Muziekcentrum Schaaf
30 oktober 2002 - Friesch Dagblad
Leeuwarden - Muziekcentrum Schaaf bestaat tien jaar en dat moet gevierd worden. Een van de bands die onlosmakelijk aan het succes van het Leeuwarder poppodium heeft bijgedragen, geeft donderdag een concert: De Dijk. De Amsterdamse formatie speelt, niet toevallig, voor de tiende keer in Schaaf.
Ieder jaar wordt De Dijk uitgenodigd en iedere keer staat de band garant voor een spetterend najaarsconcert. En, zoals de traditie dat wil; het optreden voor donderdag is al maanden uitverkocht. De Dijk is na ruim twintig jaar nog steeds hot. De vijfmansformatie rond zanger Huub van der Lubbe speelt recht-toe-recht-aan popmuziek, waarbij de teksten van Van der Lubbe het zo eenvoudige, maar eerlijke karakter van de band vormen. ,,Ik ben nergens goed voor, maar ik kan van iemand houden, zoals niemand anders kan’’, is een passage uit één van De Dijks grootste hits en geeft de gestileerde eenvoud van Van der Lubbes teksten goed weer.
De Dijk wil niet moeilijk zijn, houdt niet van glitterpakken en geeft niets om snelle auto’s. Geen spelletjes en quizzen. Geen dure videoclips op TMF. De Dijk is De Dijk en verder niets. Al moet het woord niets in dit verband niet te letterlijk worden genomen. Na veertien albums, ongeveer 50 singles, drie boeken, een dvd en talloze optredens in alle grote theaters in Nederland is de bereikte status bewonderenswaardig en daar mag je best een beetje trots op zijn.
De Dijk ontstond in 1980 en kwam voort uit Stampei, een vier jaar eerder opgerichte rock-’n-roll band waarin zanger Huub van der Lubbe een voorname rol had. Samen met Hans van der Lubbe, Nico Arzbach en Bert Stelder begint hij De Dijk. De naam van de nieuwe band is snel gevonden. De Dijk, naar de beroemde Zeedijk in hartje Amsterdam. De eerste single is Bloedend Hart, maar komt niet in de hitparade. De Dijk blijkt niet een band te zijn die hit na hit scoort. Ondanks dit gegeven, neemt de populariteit van de band gestaag toe.
Het viertal wordt versterkt met toetsenist Pim Kops, waarna de naam als energieke live-band snel is gemaakt. Alles geven, lijkt het credo, want op het podium voelt De Dijk zich als een vis in het water. En niet alleen in kleine theaters. Dat bleek dit jaar maar weer eens tijdens concerten in de Heineken Music Hall en Ahoy’, waar het dolenthousiaste publiek weergaloze concerten zag.
Een optreden in het voorprogramma van Raymond van het Groenewoud, in 1981, is het eerste aansprekende wapenfeit van De Dijk. En daarna duurt het nog zes jaar voordat de eerste top 40 single een feit is. Mag het licht uit (’87) geeft De Dijk eindelijk het zo verlangde succes. Van der Lubbe en zijn vrienden profileren zich meteen als een solide en serieuze groep muzikanten. ,,Wij zijn ook geen tienerbandje. Ik kan niet warm lopen voor die fanclubblaadjes. Ik vind die spirit hartstikke goed, hoor, maar die kunnen wij op dat gebied niet opbrengen. Die stoppen wij in de muziek’’, zei Huub van der Lubbe in 1989 in muziekblad Oor .
Gewone jongens
Harry Muis, namens stichting Het Podium verantwoordelijk voor de boekingen in Schaaf, verklaart het succes van De Dijk als volgt: ,,De teksten spreken aan en zijn helder en herkenbaar. De heren gedragen zich zelf bovendien niet als sterren. Het zijn doodgewone jongens.’’ Muis is blij dat de Amsterdammers ook in het jubileumjaar van Schaaf optreden. ,,Het blijft leuk om De Dijk te zien. De sfeer is altijd relaxed, zowel op het podium als in de zaal. En daar doe je het eigenlijk allemaal voor.’’ Of De Dijk donderdag nog speciale aandacht heeft voor het tienjarig bestaan van het muziekcentrum, durft Muis niet te zeggen. ,,Er zal wel iets gebeuren. Maar wat? Ik heb geen flauw idee.’’
Geschreven door: Radboud Droog
| |