|
Muzikanten dansen niet
24 augustus 2002 - Algemeen Dagblad
Muzikanten dansen niet. Dat zingt Huub van der Lubbe met De Dijk - in het titelnummer van een album dat deze week nieuw in de winkel ligt. Is die observatie alleen maar lollig of ook juist?
Deze week presenteert De Dijk een nieuw album. Goede aanleiding om weer eens een feestje te geven. Dus is het aan Artis grenzende café Plantage in Amsterdam afgehuurd voor de ontvangst van platenbonzen, journalisten, vrienden en muzikanten. Vooral de laatste categorie is royaal vertegenwoordigd, met bandleden van onder andere Skik, Acda & De Munnik en Rowwen Hèze. Leuke mensen allemaal, ontspannen sfeertje ook. Maar de voor deze gelegenheid ingehuurde diskjockey Corné Klijn mag nog zo zijn best doen: de dansvloer blijft leeg.
Huub van der Lubbe, zanger en tekstschrijver van misschien wel de beste en zeker de meest constante rockgroep van Nederland, had het al zien aankomen. Niet voor niets luidt de titelsong van het nieuwe album van De Dijk: `Muzikanten dansen niet'. Van der Lubbe: ,,Ga naar een concert in Paradiso of waar dan ook - en ook al staat de hele zaal op zijn kop, dan nog zie je altijd dat de collega-muzikanten zich bij de bar hebben verzameld om van achter een glas bier commentaar te leveren. Ja, het kan iets met gêne te maken hebben, maar dat is het niet alléén. Muzikanten die professioneel met hun vak bezig zijn, willen luisteren en niet dansen.''
Broer en bandlid Hans is het daar helemaal mee eens. ,,Het is toch al zeker anderhalf jaar geleden dat ik voor het laatst een poging tot dansen heb gedaan'', bekent de bassist. Hij gaat nog een stapje verder: ,,Als je een instrument in handen hebt, hóef je niet te dansen. Op zich was dat voor mij al een goede reden om in de muziek te gaan. Er moet echt een dringende noodzaak zijn voordat ik me op de dansvloer waag. Wat ik bedoel met `noodzaak'? Dat ze dan wel héél mooi moet zijn.''
De leegte van de dansvloer staat intussen in schril contrast met de drukte rondom de bierpomp. Ook dat had Huub al kunnen voorspellen. `Muzikanten dansen niet', begint hij het tweede couplet. `Die hangen aan de bar. Die kankeren op het zaalgeluid - met hun haren in de war.' Ook Paul de Munnik geeft aan de toog zijn schuimkraag geen kans om te verschralen. Maar inhoudelijk is hij het niet helemaal met de tekst van Van der Lubbe eens: ,,Ik vind het juist wel leuk om naar andere bandjes te kijken. Nee, dansen doe ik dan ook niet. Maar dat komt omdat ik behoorlijk houterig ben op de dansvloer. Als ik het heel goed had gekund, zou ik het graag hebben gedaan.'' De Munnik geeft zich fysiek pas aan de muziek over als hij zich in een kleine schare van hechte vrienden bevindt. Zoals voor het laatst op oudejaarsavond. ,,Zij wéten dat ik niet kan dansen, maar ik kan erop vertrouwen dat ze dat niet naar buiten brengen.''
Tijd voor de officiële uitreiking. Gastvrouw Loes Luca nodigt de bandleden uit op het podium en rijmt er vrolijk op los: ,,En thans kunnen wij het glas heffen. Want ook al dansen muzikanten niet; in zuipen zijn zij niet te overtreffen.'' Skik-frontman Daniël Lohues knikt goedkeurend. Heel vroeger waagde hij zich wel eens in een overmoedige bui aan een dansje. ,,Maar meestal droop ik dan na één nummer alweer af'', geeft hij toe. ,,Ik heb zelfs nog even op dansles gezeten. Als je zoals ik uit een afgelegen dorp als Erica komt, was dat de enige manier om aan een vriendinnetje te komen.''
,,Wie mij wil zien dansen, koopt maar een kaartje voor een optreden van De Dijk'', reageert Huub van der Lubbe met gespeelde bluf. ,,Dan maak ik die drie of vier passen wel en dan krijg je er nog muziek bij ook! Alleen als ik kan werken op de toppen van wat ik te bieden heb, ben ik volledig in mijn element. Dat enorm prettige gevoel krijgt een muzikant van zijn leven niet als hij in de zaal staat te kijken naar een ander die zijn kunstje doet. Vandaar dat hij dan ook maar meteen zoveel mogelijk afstand tot dat podium bewaart. Eigenlijk gewoon om de pijn te verzachten. Want als een muzikant eerlijk antwoord geeft op de vraag: `hoe voel je je nu', dan zegt hij: 'stond ik maar dáár'.''
De Munnik: ,,In de popmuziek is bijvoorbeeld een gitarist pas cool als hij met een peuk nonchalant in de linkermondhoek zijn snaren beroert. (lacht) Dan zal hij toch niet zo gek zijn om zijn imago te grabbel te gooien met een stramme actie op de dansvloer?''
Waarschijnlijk raakt De Munnik hier aan de kern van de zaak: dansen is voor muzikanten als paringsritueel volstrekt contraproductief. Het is een conclusie waarmee Manuela Kemp het niet helemaal eens kan zijn. De presentatrice annex zangeres verwijst naar Van der Lubbe: ,,Huub heeft de danskunst niet echt onder de knie, maar zoals hij zich beweegt - met die lichtelijk spastische motoriek - beweegt alleen híj zich. Het is niet aangeleerd, niet gemaakt. En dat vind ik persoonlijk heel mooi om naar te kijken.''
Intussen draait diskjockey Corné Klijn jaren 80-muziek, met toch ook meer dan genoeg dansbare nummers. Of hij het zich aanrekent dat alle muzikanten met de rug naar de dansvloer gekeerd met elkaar staan te praten? ,,Ben je gek!'', roept hij over de muziek heen, ,,ik had echt niet de illusie dat ik Skik en Rowwen Hèze in beweging zou krijgen.'' Ook dj's dansen trouwens niet, laat de presentator van Radio 3FM weten. ,,Ik heb Ruud de Wild, Henk Westbroek of Rob Stenders nog nooit zien dansen. Wij zijn veel te blij dat we een draaitafel hebben om ons achter te verschuilen.''
Geschreven door: Albert Kok
| |
|
|