homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



Aanslag op De Dijk
08 februari 1986 - Oor

Van der Lubbe: ‘IK SCHROK ME EEN HOEDJE!’ Elke Dag Een Nieuwe Hoed is de titel van de onlangs verschenen en derde elpee van De Dijk een van die Nederlandstalige popbandjes die in de slipstream van Doe Maar bekend werden. Huub van der Lubbe, oprichter, tekstschrijver en zanger van de Dijk, is naast zijn muzikale bezigheden af en toe acteur. Na een rolletje in de film Brandende Liefde speelt hij nu een dubbelrol in een film van Fons Rademakers naar het boek van Harry Mulisch.

Wanneer ik met Huub een afspraak maak voor een interview wil hij aanvankelijk alleen praten over de nieuwe plaat. 'Je bent vijftien jaar met muziek bezig en je hoort niks. Je speelt een lullig rolletje van vijf minuten in een film en ze vallen over je heen .... "
We maken een deal: De Dijk first, zijn rol in De Aanslag second. Uit voorzorg wordt Antonie Broek, de drummer, als toeziend voogd benoemd.
Ik ontkom niet aan de treffende gelijkenis met de Fake Ploeg van Mulisch wanneer ik Huub ontmoet op de Elfira, een gigantisch verbouwde dekschuit in een van de Amsterdamse grachten. ' ... een grote, breedgeschouderde man met een ruw gezicht ... omgeven door een aureool van geweld, haat en angst.' Dat laatste klopt gelukkig niet: hij lijkt een branie-jongen, maar meer die van het type ruwe bolster, blanke pit.
Mulisch had blijkbaar dezelfde ervaring toen Huub op een of andere perspresentatie aan hem werd voorgesteld. Lurkend aan z'n pijp schijnt hij gemompeld te hebben: 'Jij speelt Fake ... ja, ja ... daar kan ik me wel wat bij voorstellen. '
Als ik de verhalen over Huub moet geloven, lijkt zijn reputatie van bravoure-jongen in diverse kringen gevestigd. Huub: 'Zo ben ik erin gerold. Niet omdat ik kon zingen, maar meer als iemand die het heel graag wou. Ik wist dat ik het niet van mijn zingen moest hebben, dus begon ik met bakken te tappen tussendoor en dat kon dan uitgroeien tot een verhaal van een kwartier tot een half uur. Daar pepte ik mezelf voor op en als er dan na een optreden iemand kwam vragen hoe het ging dan riep ik zoiets van ... ik ga het helemaal maken! Maar ik heb wel ergere dingen gezegd.'

PUNK
De Dijk werd weliswaar bekend tijdens de Doe Maar-koorts, maar hun Nederlandstalige historie gaat verder terug in de tijd. De natuurlijke voorloper van De Dijk, Stampei, we schrijven '78/'79, dus vóór de golf, maakte al Nederlandstalige muziek. Huub: 'Je moest iedere keer expliciet uitleggen: we zijn een Nederlandstalige groep want we zingen in het Nederlands, en dan had je grote kans dat ze je daarom niet namen.'
Eind 1981 formeerden vier Stampei-leden uiteindelijk De Dijk met professionelere ambities. Dat ze daarmee - per ongeluk - in de roos schoten, heeft voor hen niets met strategie te maken, maar ze hielden er wel een zekere populariteit aan over.
Huub: 'Aanvankelijk kwam die hele Nederlandstalige beweging uit een nogal rare hoek. Het had wat gevoel betreft wel met punk te maken, want je maakte eigenlijk helemaal geen schijn van kans als je Nederlandstalige muziek ging maken. Net als punk - in het begin in ieder geval - te lelijk was om ergens maar geplaatst te kunnen worden, gaf het tegelijkertijd een hele hoop vrijheid om alles te zeggen wat je anders niet had kunnen zeggen. Met die golf als zodanig hebben we ons nooit zo verwant gevoeld. Je bent gewoon met iets bezig en je bent er nog steeds mee bezig en dan zijn er anderen om je heen die roepen dat je erin zit. Vervolgens gebeurt er wat en houdt de beweging op en vragen ze aan je waarom je er nog niet mee opgehouden bent, terwijl je nooit wat anders gedaan hebt. '

BROOD-SHOCK
De Dijk heeft inmiddels drie platen gemaakt:
De Dijk (1982), Nooit Meer Tarzan (1983) en onlangs verscheen Elke Dag Een Nieuwe Hoed, die door de pers gunstig werd ontvangen. De golf leverde De Dijk twee hitjes op: Bloedend Hart en Binnen Zonder Kloppen: 'Hits die iedereen kent maar niet koopt.'
Met de Div, Tröckener Kecks, Frank Boeijen Groep is De Dijk een van de weinige Nederlandstalige groepen die momenteel op niveau aan de weg timmeren. Het Nederlands blijkt echter geen principe-kwestie. Huub: 'Ik vind het leuk om teksten te schrijven. Als ik ze in het Engels maak dan kan ik me daar niet zo van bedienen als in het Nederlands. En om nou maar een beetje de Engelse woorden die je kent aan elkaar te rijmen ... het wordt - zeker de laatste tijd weer vaak gevraagd: "Waarom gaan jullie niet in het Engels zingen?" .. maar het gaat uiteindelijk om de muziek, waar je je het lekkerst bij voelt.'
Zelf afficheren ze hun muziek als soul en rock & roll. Echte grote voorbeelden uit het verleden hebben ze niet. Huub: 'Alle muziek die goed is, waarin je dat gevoel terugvindt van: hé, dat is het. .. dat zoek je in je eigen muziek op. De eerste klap was Cuby & The Blizzards, Wilson Pickett ... kwam ik thuis na een feestje, dan was het languit op de vaste vloerbedekking met twee van die, speakerkastjes tegen je oren. Stond opeens je vader in z'n onderbroek in de kamer, van "hé, jongen, wat ben jij nu aan het doen, moet je:niet eens naar bed!" .. Herman Brood daar heb ik écht een shock van gehad, dat vond ik echt waanzinnig. Daar heb ik een heleboel van geleerd, zo niet van afgekeken. Die vind ik nog steeds erg goed! Verder The Band, Tom Waits... Nederlandstalige zangers? Tja, ik weet niet. Toen wij ermee begonnen, waren er nog niet zoveel voorbeelden. Dan ligt het eerder in de richting van Willy Alberti en Johnny Jordaan.. zij waren echt groot in hun tijd. Johnny, die heeft wel pathos. En pathos is voor mij de link met soul, dat het gevoel groot is. Ik voel het als de essentie van de muziek, het refereert ook aan die momenten dat je het niet meer gewoon kunt zeggen, maar in zingen uitbarst.'

BANALE HOEDEN
Waren de teksten van Huub bij Stampei wat algemener en hadden ze de teneur van overal tegen aanschoppen, de liedjes die hij voor De Dijk schrijft zijn veel persoonlijker. Een van de hoofdthema's is vrouwen. Huub: 'Dat hoort een beetje bij het genre. Het is een thema, maar het gaat ook over mezelf. Ik bedoel, ik zit er wel op een bepaalde manier mee met die vrouwen, en dat hoeft niet zwaar of moeilijk te zijn. '
Elke dag een nieuwe hoed, de cowboy met de witte hoed, op het inlegvel staat een hoge hoed, Pakhoed maakt zich los van Blauwhoed ... de laatste plaat van De Dijk heeft ongetwijfeld iets met hoeden. Huub: 'ja god, dat is juist zo vervelend ... op het moment dat je dat moet uitleggen wat je daar eigenlijk mee bedoelt wordt het zo banaal. .. het gaat over een soort houding, een levensinzicht of zo ... het gevoel dat er elke dag iets nieuws kan gebeuren en dat je iedere dag opnieuw je ogen daarvoor openhoudt... het is meer de kreet dat het om de hoed gaat, ik zou hem niet gebruiken als het niet van die mooie dingen waren ... '

KOLERE-HERRIE?
Het circuit waarin De Dijk zit is niet dat van de buitenlandse b-bandjes die het laatste jaar de Amsterdamse trendsettend,: subcultuur over spoelen. Hun afzetgebied beperkt zich tot de zaaltjes en jeugdsosen in de provincie. Hun publiek bestaat niet zozeer uit de stereotiepe giechelende en hysterische Doe Maar-meisjes, maar uit de zogenaamde oudere jongeren, die over het algemeen meer aansluiting hebben met de belevingswereld van de Dijk, waarvan de groepsleden alle vijf achter in de twintig, begin dertig zijn.
Klinkt de plaat, geproduceerd door Antonie Broek en Maarten Treurniet, uiterst (té) verzorgd, de live-concerten - zeggen ze - zijn wel degelijk ruiger. Op de plaat zweemt Huub's stem af en toe naar een Freek deJonge en een Herman van Veen, maar dan opgevoerd; in het echt verbloemt hij zijn Amsterdams accent niet en zingt hij rauwer. Hun grootste wens is een live-elpee maken onder het motto het spelen is een feest en de zaal moet plat. Het is in ieder geval niet zo dat hun platenmaatschappij invloed heeft bij de opnamen. Huub: 'Ze laten ons volstrekt vrij in de studio. Alleen 's middags komt opa Hoes, de vader van Johnnie (de baas van Telstar) - die man is al in de tachtig - altijd zijn rondje maken ... dan gaat de deur open en roept de technicus: "Dag Opa!" Ondertussen heeft opa zijn gehoorapparaatje op de gang wat zachter gezet, want die weet, die jongens maken een kolere-herrie .. dan scheert-ie met zó'n kegel as aan z'n sigaar langs de mengtafel en over de tapes ... "Dag Jongelui! " Blijft zo af en toe eens staan en schiet dan weer door naar de volgende.'

SCHIZOFRENE CLUB
En dan komen we uiteindelijk - zelfs vrij uitgebreid - over zijn rol in De Aanslag te praten. Huub: 'Ik heb helemaal geen moeite om het over die film te hebben. Het is alleen dat De Dijk negentig procent van mijn energie en interesse uitmaakt. .. en daar praat ik liever over' dan over iets wat zo af en toe eens tussendoor komt. Dat is natuurlijk wel veel catchier .. ik bedoel, je kan beter je kop drie seconden op de televisie laten zien in een of andere serie en je hebt het gemaakt. .. ' Het acteren komt in ieder' geval niet helemaal uit de lucht vallen. Zijn aanvankelijke toneel ambities probeerde hij drie jaar uit op de Theaterschool om vervolgens gedesillusioneerd en definitief te kiezen voor de muziek. Huub: 'Alles wat ik van toneel verwachtte en wat me zo aantrekkelijk leek, kon ik er niet in terugvinden, maar wel in de muziek ... de sfeer die je onderling hebt, de creatieve kameraadschappelijkheid. En daar was het me juist om te doen. Vanaf dat moment voelde ik me muzikant en wilde ik ook niets anders meer. En ik heb er geen seconde spijt van gehad.' Desalniettemin schuwt hij de camera niet. Huub: 'Ik vind het leuk, gesteld dat de opdracht leuk is. Film is heel enerverend. Je bent echt met een beetje schizofrene club. Iedereen is heel bezeten en gedreven bezig. Dat zijn ambiances waar ik wel van hou en waar ik wel graag aan mee doe.'
Het verhaal De Aanslag - de film loopt vrijwel parallel met het boek - gaat over de oorlog, of beter gezegd over oorlogstrauma's. Het begint in 1945 wanneer de oorlog praktisch is afgelopen. Fake Ploeg, hoofdcommissaris van politie en berucht NSB-er, gespeeld door Huub, wordt van zijn fiets geschoten. Veel later, in 1956, koude oorlog en opstand in Hongarije, komt hij terug in de film als de opgegroeide zoon, de jonge Fake, kind van foute ouders, die zijn gram komt halen bij de bestorming van het Felix Merites-gebouw (zetel van De Waarheid) in Amsterdam.
Huub: 'Mijn rol staat eigenlijk buiten de film. Het is niet echt een historische figuur, maar er ligt wel een historie aan ten grondslag. Goed om te spelen en er vált ook wat te spelen. Je kan je erin verdiepen hoe het komt dat een zoon van een NSB-er het weer opneemt voor z'n vader en net als z'n vader weer even hard de communisten de schuld geeft dat het fout gaat. Dat is interessant, dat kan je gewoon weer napluizen in de geschiedenis. Mijn rol speelt op het hoogtepunt van de koude oorlog, een situatie die gecreëerd is. Als er meteen na de oorlog andere beslissingen waren genomen op diverse niveau's, dan hadden we nu niet met de kruisrakketten gezeten.'

SOBEREPOS
Met oorlogsfilms, of beter: films die met de oorlog te maken hebben - je moet daar tegenwoordig nogal genuanceerd over doen - word je doodgegooid. Een Linda van Dyck die door haar rol in de (verzets)film In De Schaduw Van De Overwinning van Ate de Jong, zich via haar oma kan identificeren met de oorlog. Heeft hij dat ook? Huub: 'Absoluut niet. De rol die je speelt moet je hartstochtelijk spelen in het volledige besef dat die jongen op dat moment gelijk heeft, terwijl hij dingen roept waarvan je denkt, man, hoe kán je dat denken en hóe krijg ik het m' n strot uit ... Dan zoek je en vind je dingen over die tijd, krantenartikelen, memoires van kinderen van NSB-ers en daar vind je verklaringen hoe van het een het ander komt en vind je de sleutels waarvanuit je redeneringen kan opzetten 'dat alle communisten klootzakken zijn ... dat staat allemaal natuurlijk los van wat ik er zelf van vind.' De 'aanslag' gebeurt voor het huis van de buren van Anton, de hoofdpersoon en leeftijdgenoot van Fake. De buren slepen, om verdenking te voorkomen, in paniek het lichaam voor het huis van de ouders van Anton. Peter, zijn oudere broer, rent naar buiten om het weg te halen, maar moet vluchten en verdwijnt. Zijn ouders worden opgepakt en niemand hoort meer van hen. Anton is de enige overlevende. Zijn toekomst wordt bepaald door een serie onbeantwoorde vragen.
Huub: 'Ik vind de film heel mooi. Een indrukwekkend epos. Het verhaal wordt goed verteld. Het boek is heel rijk met veel facetten en die vind je in de film terug: weloverwogen, niet tendentieus, heel sober, en dat alles eigenlijk met hele Hollandse middelen. Als je weet dat je het niet van die spektakeldingen moet hebben omdat ze dat in het buitenland veel beter kunnen, kan je dat ook beter niet doen. En oorlog is zo'n waanzinnig probleem. De hoofdpersoon die er niets mee te maken wil hebben en er toch tot z'n nek inzit. Dat geldt tot aan de dag van vandaag. Ik zit er ook tot over m’n oren in.

GÉÉN SLAMPAMPER
Naarmate het interview vordert is de allereerste indruk van bravoure-jongen geheel verdwenen. Huub blijkt een serieuze jongen die zich oprecht zorgen maakt over het hele wereldgebeuren en zijn agressie spuwt over de immoraliteit van ons wapensysteem dat drijft op geld en economische belangen. Het valt destemeer op dat dîe dimensie niet in zijn teksten voor De Dijk doorklinken. Huub: 'Ik ben persoonlijk nogal zwaar op de hand. Iedereen denkt maar dat ik een slampamper ben. Maar ik vind dat er bij mijn teksten een aantal heel serieuze zijn. Stilte Voor De Storm bijvoorbeeld. De pest van thema's als politiek of het wereldgebeuren is dat het allemaal zo vertakt is. Ik wil er wel wát over zeggen maar niet iets doms of zo iets algemeens van 'alle rijken zijn slecht ... ' dat stuit me tegen de borst, dan kan je beter niks zeggen. En ik heb ook wel een beetje het gevoel dat als je de liefde bezingt het er misschien wel een beetje tussendoor sijpelt. .. maar dat kan ik mezelf wijs maken. Niet alles is geschikt voor een liedje. Het komt er misschien nog wel van.'
Als laatste - alhoewel de vraag misschien te genant voor woorden is - geïnformeerd of hij misschien familie is van Marinus van der Lubbe, de radencommunist die in 1933 ter dood veroordeeld werd omdat hij het parlementsgebouw in Berlijn in de fik zou hebben gestoken.
Huub: 'Nee ... maar ik ben wel trots op die man, ik wou dat het een oom van me was. Ik vroeg van de week nog aan m'n vader wat hij er nog van wist. Hij kon zich herinneren dat op die dag een van z'n zussen werd geboren en er een kraamverzorgster in huis was, juffrouw Jopie, die de karbonaadjes had laten aanbranden omdat ze het zo erg vond dat Van der Lubbe op die dag onthoofd werd. Juffrouw Jopie was helemaal aangedaan en oma kwaad vanwege de karbonaadjes ... '

Geschreven door: Trees Nolte


















Muziek + Beeldinfo
De Dijk tekent kontrakt bij Telstar



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982