|
Howlin at the moon
In het dijkloze jaar 1999 is het projekt Howlin' At The Moon opgenomen door Bennie Jolink in samenwerking met Pim en Antonie. Ook zijn De Hot Haarlemmer Dijk Horns op de CD terug te vinden. Tevens is Pim verantwoordelijk voor het kunstwerk op de CD-hoes.
Antonie is zowel drummer als producer van het project. Pim is co-producer en multi-instrumentalist. Arrangementen van de plaat zijn dan ook duidelijk herkenbaar en hebben een `Dijkachtige sound'. De muziek is het beste te omschrijven als ouderwetse muziek uit het Zuiden van de Verenigde Staten. Jolink reist jaarlijks naar de Verenigde Staten om de muzieksteden Nashville, Memphis en New Orleans te bezoeken. Hij heeft de muziek daar diep ingeademd om hem vervolgens op `Howlin' At the Moon' met eigen ideeen weer uit te blazen.
Het resultaat is een prachtige verzameling geworden, van oude - door ex Normaal gitarist Alan Gascoigne in het engels vertaalde - Normaal nummers in een nieuw jasje, een aantal bewerkte covers van Hank Williams (Jolinks favoriet) en een prachtig duet met Frederique Spigt `You’ve Lost That Lovin’ Feeling’. Ook staan er drie nieuwe nummers op de plaat.
Biografie/persbericht
Jarenlang hebben journalisten Bennie Jolink aan zijn kop lopen zeuren waarom hij in het Achterhoeks en niet in het Engels zingt. Nu het na 25 jaar dan eindelijk zover is met de CD Howlin' At The Moon, doet hij het zonder zijn band Normaal. Toch wenst hij deze eerste Engelstalige release niet als een solo-album te zien. Dat lijkt abnormaal, maar dat is het niet. Het blijkt net zo goed het project te wezen van de Dijk-leden Antonie Broek en Pim Kops.
'We hebben dit album met z'n drieën gemaakt. Het had weinig zin daar een bandnaam bij te bedenken, omdat zij straks weer gewoon doorgaan met De Dijk en ik met Normaal,' formuleert Jolink op geheel Amerikaanse wijze bij voorbaat reeds een disclaimer. De hele CD ademt trouwens op ondubbelzinnige wijze Amerika, als bron van hun gezamenlijke muzikale roots. Je snuift constant de geur op van een bruisende muzikale smeltpot vol typisch Amerikaanse stijlen, van country en soul tot broeierige rhythm 'n' blues en de veramerikaanste, maar van oorsprong Franse cajunmuziek.
'Ik doe dit niet omdat ik plotseling zo nodig een solocarrière wilde beginnen,' verweert Jolink zich nu al tegen mogelijke vooroordelen. 'Ik heb altijd al een countryplaat willen maken. Uiteindelijk is het veel gevarieerder geworden dan puur country.' Door zijn voormalige muziekuitgever Ruud Vinke werd hij geattendeerd op de ambitie van de twee Dijkleden, die hun jaartje vrijaf goed wilden besteden als muzikanten, arrangeurs en producenten voor anderen. 'Zelf zou ik nooit op dit idee zijn gekomen, dus vond ik het een uitstekend idee. Zo werkt dat bij mij,' zegt Jolink gnuivend. Broek staat in de album credits vermeld als drummer en producer; Kops als multi-instrumentalist, coproducer én schilder van het groepsportret dat de sfeer oproept van Little Feat-platenhoezen van weleer. Zelf had Jolink, die normaliter zelf het artwork voor zijn rekening neemt, een western cartoon van zichzelf geschilderd. Maar dat ontwerp bleef wat te veel in de sfeer van Normaal steken. Ook suggereerde die afbeelding veel meer een 'cowboyplaat' dan de uiteindelijke CD.
'Bij onze eerste gesprekken hebben we het idee van een countryplaat al laten varen. Het is eerder de ouderwetse muziek uit het zuiden van de Verenigde Staten,' verklaart hij het unieke mengsel van zijn muzikale voorkeuren. 'Alleen in Nederland willen ze altijd precies weten hoe een bepaalde stijl heet. Dat doet er juist niet toe, als de muziek maar mooi is.'
Elk jaar gaat Jolink op bedevaart naar de Zuidelijke Staten van Amerika. Hij logeert dan bij een neef die gunstig in het epicentrum woont van Jolinks muzikale onderzoeksterrein. Vanuit diens huis, dat hij als basiskamp gebruikt, onderneemt hij dagreizen naar de drie belangrijkste muzieksteden: countrymekka Nashville, het Memphis van Elvis en de Southern soul, plus New Orleans waar de smakelijkste rhythm 'n' blues 'gumbo' ter wereld bereid wordt.
'Dat is een mooi overzichtelijk rondje met alle muziek die mij interesseert. Heerlijk, dan rij ik in een dikke auto. Cruise control, radio aan, hakken op het dashboard en genieten maar!' zit Jolink te watertanden. 'Zo slecht als de Amerikaanse TV is, zo goed is de radio daar. Als je dan naar plaatsen rijdt als Tucson en Tallahassee, nou dan is country mijn muziek hoor.'
Wat bijzonder 'country' aan het album is, is dat vier van de 14 tracks songs zijn van Hank Williams, de aartsvader van de country. Behalve het titelnummer Howlin' At The Moon met het schitterende coyotegehuil, zijn dat I Won't Be Home No More (oorspronkelijk getiteld: Just In Time), Batchelor 'Till I Die (met deels nieuwe, eigen tekst) en Mind Your Own Business. Overigens staat van laatstgenoemde, in dampende New Orleans-stijl gespeelde track een alternatieve versie op de bonus-CD van de Platen-10-daagse. 'Hank Williams is mijn absolute held,' vertelt Jolink, 'ik had evengoed zes nummers van hem kunnen doen.'
Een andere countryheld waar Jolink niet omheen kon, is natuurlijk de veel te jong gestorven Gram Parsons van wie We'll Sweep Out The Ashes In The Morning is opgenomen. Waar de legendarische 'GP' de fluwelen Emmylou Harris als duetpartner aan zijn zijde had, wordt Jolink bij zijn cover bijgestaan door de veel energiekere Frédérique Spigt. Het origineel is heel breekbaar en zit vrij dicht tegen een ballad aan, terwijl Jolink en Spigt er een lekker robuust nummer van maken. Anders zou het ook niet kunnen met zo'n prachtnummer waarvan de definitieve versie al leek te bestaan.
Eerste single is - een beetje tot zijn eigen teleurstelling - de overigens bijzonder fraaie cover van You've Lost That Lovin' Feeling van The Righteous Brothers. 'Het is misschien niet zo tactisch van me om te zeggen, maar dat nummer is de enige bewezen hit in Nederland onder de covers op de CD. Eigenlijk is dat een beetje te gemakkelijk. Eerst wilde ik het niet eens opnemen. Dat nummer staat ook wat ver af van mijn oorspronkelijke country-idee. Bovendien komt het niet voor in mijn persoonlijke top 15 allertijden,' mokt Jolink lichtjes om dan eensklaps enthousiast te worden: 'Maar ik moest me gewonnen geven voor dat prachtige arrangement van Antonie en Pim. Dat vond ik zo mooi, dat ik niet meer kon weigeren. Ik ben echt heel tevreden met het resultaat.' Van alle nummers op de CD draagt deze single misschien
wel het meest het stempel van de heren (co-)producers. Qua arrangement komt het nog het dichtst bij het intieme semi-akoestische geluid van Voor De Tover, de laatste live-CD van De Dijk.
Op vijf van de tracks covert Jolink zichzelf, dat wil zeggen Normaal-nummers. Samen met ex-Normaal-gitarist, de Engelsman Alan Gascoigne waarmee hij nog steeds op goede voet staat, heeft hij de teksten in het Engels vertaald. Opgeluisterd met de stemmige pedal steel gitaar van André Houtappels heet de kraker Ik Vuul Mien Zo Zo nu I'm Feeling So So. Alie werd Oh Dinah. Achtereenvolgens Net Als Gisteren (Just Like Yesterday), 'N Kerel Van Stoal (Man Of Steel) en Woarum Moet Mien Dat Overkomen (It Always Happens To Me) kregen ook zo'n speciale behandeling.
Drie nummers zijn geheel nieuw: Love Unconditional, Postman en Lalala Lalala, waarvan de laatste twee spontaan ontstonden in de demofase in de zogenaamde 'hooiberg' bij Jolink thuis. In die tot studio omgebouwde ronde schuur met glazen wanden werd in samenspraak met Broek en Kops het materiaal uitgezocht en ingestudeerd. 'Voor mij was dat een hele openbaring,' zegt Jolink achteraf. 'Die demo's werden later gebruikt als de leidraad voor het album. Bij Normaal luisteren we nooit meer terug naar de demo's.' Nu dus wel, om er hun voordeel mee te doen bij de uiteindelijke opnamen in Normaals eigen Commodore Studio in Zelhem. 'Het moet altijd mooier worden dan de demo, nooit minder, daarom zijn voor ons die demo's ook zo belangrijk,' verduidelijkt producer Broek zijn werkwijze. 'Dan heb je tenminste altijd iets om op terug te vallen.' In Studio 150 te Amsterdam werden tenslotte de puntjes op de i gezet, inclusief de eindmix.
De vraag 'Meneer Jolink, waarom zingt u nu in het Engels?' zal hem de komende tijd wel het meest gesteld worden. 'Ach, toen we met Normaal begonnen, vroegen ze me steeds waarom we in het Achterhoeks zongen,' herinnert hij zich. 'Ze bedoelden dan niet: waarom niet in het Nederlands? Maar wel: waarom niet in het Engels? Voor mij zijn Engels en Achterhoeks veel geschikter voor rock 'n' roll dan Nederlands. Voor Engelse liedjes had ik andermans werk nodig en ik speelde liever eigen nummers. Voor covers heb ik altijd maar weinig respect gehad. Maar nu zie ik in dat ze me dwingen om te gaan zingen. Daar heb ik me nooit zo mee bezig gehouden. Wie zoals ik altijd maar zijn eigen teksten gebruikt, gaat ze meer declameren dan zingen. Omdat de woorden veel voor je betekenen, ga je ze schreeuwen. Je wilt gehoord worden. Door in het Engels te zingen werd ik ineens teruggeworpen op mijn stem. En dat viel me eigenlijk best mee eerlijk gezegd. Ik zag mezelf nooit als een zanger. Maar er is met mijn stem kennelijk meer te doen dan stierengebrul voort te brengen.'
Aan de CD hebben meegewerkt:
Bennie Jolink, Antonie Broek, Pim Kops, Hein Offermans, Arthur Ebeling, André Houtappels, Frank Sutherland, Roland Brunt, Mike Booth, Rens van der Zalm, Frédérique Spigt
| |
| |